Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Zult gijlieden dat dan nog niet horen, zo zal mijn ziel in verborgene plaatsen wenen vanwege den [21]hoogmoed, en mijn oog zal [22]bitterlijk tranen, ja, van tranen [23]nederdalen, omdat des HEEREN kudde gevankelijk [24]is weggevoerd. 21. Dat gij tot uw eigen verderf, zo verschrikkelijk trots en hardnekkig zijt, u niet willende buigen noch vernederen voor den Heere, door ware bekering; zie vs.15. 22. Hebreeuws, tranende tranen. 23. Gelijk boven hfdst.9 vs.18. 24. Dat is, dat Juda [zijnde immers des HEEREN eigen volk, dat Hij uit alle natien voor zich heeft uitgezonderd] voorzeker zal moeten gevankelijk worden weggevoerd; alzo in het volgende.